De kinderboerderij bestaat uit zeven verschillende gebouwen, waaronder een hoofdgebouw (kantoor, personeelsverblijf, groepsruimte), een knaagdierenverblijf, drie pluimveehokken, een watervogelverblijf met vijver en een schuilruimte voor geiten of andere dieren op de grote dierenweide. De kinderboerderij heeft vanaf de openbare toegangsweg twee ingangen, één voor de bezoekers en één voor de leveranciers/beheerders. De gebouwen, de aaiweide en het speelterreintje zijn bereikbaar vanaf een centraal plein met dakplatanen.
BaakBelevenissen
Eens per maand kun je op woensdagmiddag alles leren over dieren en de natuur tijdens de BaakBelevenissen. Een spannende speurtocht, een leuke knutselopdracht of een interessante les over jouw lievelingsdier? Daarvoor moet je bij de Baakbelevenissen zijn!De activiteiten zijn van 14.00 uur tot 16.00 uur, tenzij anders aangegeven. Jong en oud zijn van harte welkom en de deelname is gratis.
Baakbelevenissen 2020
30 September - Dierverzorging op de boerderij.
14 oktober - Herfst
25 november - Winterslaap
16 december - Kerst
Scholen
Scholen en BSO's kunnen op kinderboerderij De Baak terecht voor het volgen van lesprogramma's of het lenen van lesmateriaal. Tijdens de lesprogramma's leren de kinderen de dieren van de boerderij kennen of gaan ze op pad om dieren in de natuur te bestuderen. Ook is het mogelijk om leskisten te lenen die door docenten gebruikt kunnen worden om zelf een les rondom natuur en milieu educatieve thema's te geven.Voor het totale aanbod van lesprogramma's en leskisten kunt u kijken op de website van
Natuur- en Milieu Educatie.
De dierenOp de kinderboerderij zie je dieren die je vroeger op een
boerderij zag. Dit zijn oud-Nederlandse huisrassen die in het Nederlandse
stamboek voorkomen. Elk dier op De Baak is lid van deze stamboekvereniging.
Hiermee onderscheiden wij ons van de meeste andere kinderboerderijen. De dieren
krijgen van de vaste verzorgers eten en drinken. Niemand wil natuurlijk dat de
dieren ziek worden of zelfs doodgaan. Daarom mag je de dieren niet zelf voeren.
Het meegebrachte voer kun je in de voerbak doen. Deze staat bij de ingang van
de kinderboerderij.
- De Lakenvelderkoe
De lakenvelderkoe is herkenbaar aan de witte band (laken)
op de rug die doorloopt naar de buik. De achterkant en voorkant van de koe
kunnen zowel wit als zwart zijn. Het is een oud Nederlands ras dat dateert
uit de 12e eeuw
Mede dankzij het vriendelijk karakter en mooie aftekening
is deze koe vooral populair bij kinderboerderijen, zorgboerderijen en
hobbyboeren. De lakenvelder wordt steeds vaker gebruikt in projecten voor
natuurlijke begrazing.
Sinds de 20e eeuw wordt de lakenvelder bedreigd met
uitsterven. Op het dieptepunt waren er nog maar 300 runderen. Door het
actieve beleid van de Vereniging Lakenvelder Runderen (VLR) is de
lakenvelderkoe behoedt voor uitsterven. Er leven nu bijna 1100 lakenvelders in Nederland.
- De Blaarkopkoe
De blaarkopkoe is herkenbaar aan zijn witte kop. Het
lichaam van de koe is egaal zwart of bruin met een witte staartpunt.
Rondom de ogen heeft de blaarkop rode of zwarte blaren.
De oorsprong van de blaarkop ligt in het Groningen van de
late middeleeuwen. Het ras werd vooral gebruikt voor de melk en
vleesproductie. Dit noemt men een dubbeldoel ras.
De blaarkop heeft meer temperament dan de lakenvelder en
is daardoor lastiger om te houden. Echter zijn aftekening maakt dat de koe
populair is bij liefhebbers en samen met de lakenvelder steeds meer in
trek komt bij hobbyboeren.
- De Shetlanderpony
De Shetlanderpony is het enige hoefdier op onze
kinderboerderij dat oorspronkelijk niet uit Nederland komt maar van de
Shetland eilanden in het uiterste noorden van Schotland. De Shetlanderpony
is het kleinste ponyras ter wereld. (de Falabella is nog kleiner maar
wordt niet tot de pony’s gerekend).
Begin 19e eeuw werd de Shetlandpony naar Nederland
gebracht en werd uitermate populair vanwege zijn kleine afmeting en zeer
grote kracht. Hij werd hier voornamelijk gebruikt als lastdier in de grote
steden omdat er nog geen auto’s waren.
De pony kan diverse kleuren hebben, heeft lange manen en
een ruige vacht. De Shetlandpony is klein van stuk. De schofthoogte ligt
tussen de 86 cm en 107 cm.
Het is een groot misverstand dat men denkt op een
Shetlanderpony te kunnen rijden. De pony’s kunnen slechts 20% van hun
eigen gewicht dragen maar twee keer hun gewicht trekken op een verharde
weg. Langdurig of veelvuldig op de rug van een Shetlander rijden kan
lijden tot gewrichtsproblemen. Een Shetlander voor een ponykar kan dus wel.
De pony’s zijn schrale eters. Dat wil zeggen dat ze niet
veel voer nodig hebben. Te veel of te rijk voer maakt dat de pony’s dik
kunnen worden. Een te dikke pony kan lijden aan onder andere
hoefbevangenheid en zelfs uiteindelijk dood gaan.
- Schapen
Op de kinderboerderij zijn 2 soorten schapen: De
Zwartblesschaap, een bruin schaap met een witte streep op zijn kop en de Blauwe
Texelaar, een schaap met een blauwachtige vacht en een witte tekening van een
clownskop op zijn kop.
- Ganzen
De ganzen zie je op het weiland tussen de koeien lopen.
Ze zijn bruin met wit en ze heten de Twentse landganzen Het zijn de enige
ganzen die uit Nederland komen.
- De Bonte Bentheimer
De Bonte Bentheimer is een oud varkensras dat van eind
negentiende eeuw tot halverwege de twintigste eeuw veel voorkwam in het de
grensstreek van Bad Bentheim en Twente.
Het varken heeft een lang gerekte bouw en is te herkennen
aan een onregelmatig zwart vlekkenpatroon op een witte of lichtgrijze
ondergrond. Schouderhoogte en gewicht: van de zeug: 70 cm en 180 kg. De
beer is 75 cm hoog en 250 kg zwaar. Het ras is erg vruchtbaar en de zeug
heeft goede moedereigenschappen. Zeugen beschikken over minimaal
12 tepels. Veel zeugen kunnen twee keer per jaar jongen krijgen. Er worden
dan tien tot twaalf biggetjes geboren.
De Bonte Bentheimer is een groot varken met een erg
zachtaardig karakter en daardoor erg geliefd op onder andere een
kinderboerderij.
Sinds het uitsterven van het Nederlands landvarken is de
Bonte Bentheimer het enige Nederlands ras onder de varkens. Sinds 2010
heeft het varken een stamboom en is opgenomen bij de Vereniging van het
Zeldzaam Huisdier van Nederland.
- Nederlandse landgeit
De Nederlandse landgeit is een sober geitenras. De
sterke, langharige geit is goed bestand tegen een koud klimaat. Daardoor
kwam het dier veel voor in de noordelijke Europese landen. Het is een
middelgroot, stevig dier met vrij korte poten. De minimummaat voor
de geiten is 65 cm, voor de bokken 75 cm. Alle kleurslagen zijn mogelijk.
In Nederland kennen we 3 soorten landgeiten, de Drentse,
Veluwse en de Zeeuwse landgeiten. Landgeiten werden ernstig met uitsterven
bedreigd. Net na de 2e wereldoorlog waren er nog slechts een paar over. Om
gehele uitsterving te voorkomen moest er gekruist worden met andere
geitenrassen om zo later weer uit te komen op de landgeit zoals we die nu
kennen.
De Nederlandse landgeit wordt vooral als hobbydier
gehouden en soms worden ze gemolken. Daarnaast worden ze ingezet bij de
begrazing van natuurterreinen. De geit is erg goed geschikt voor de
bestrijding van berkscheuten en de Amerikaanse vogelkers. De Nederlandse
landgeit wordt onder andere door Staatsbosbeheer ingezet voor het beheer van
de Vroongronden in de Kop van Schouwen en in het Bokkendal op Vlieland. Eén
kudde houdt al ruim twintig jaar de Mariapeel vrij van ongewenste
boomscheuten. In de Mariapeel bevindt zich ook het centrum voor het verder
fokken van de Nederlandse landgeit.
- Kippen, eenden, konijnen, knaagdieren en andere dieren
Naast de grote dieren hebben we ook andere dieren zoals
diverse soorten kippen. Deze komen allemaal uit Nederland. Ook de konijnen
komen van oorsprong uit Nederland. Bij de konijnen zitten ook diverse andere
knaagdieren zoals cavia’s muizen en ratten. In de vijver zwemmen een aantal
eenden. Een van de vogels die gewoon tussen de mensen lopen is de Pauw. Als een
mannetjespauw wil laten zien hoe mooi hij wel niet is, spreidt hij zijn staart
uit.